Stralingsbronnen

Elektrische (E) en elektromagnetische velden (EM) worden uitgestraald door allerlei apparaten waar elektrische spanning op staat en/of waar stroom door loopt.

Stralingsbronnen thuis en in gebouwen

Hoogfrequente velden Alles met een zender: DECT telefoons, Wifi, smartphone, babyfoon, printer, smart-tv, apparaten die werken op bluetooth.
Laagfrequente velden Alles met een motor of elektrische verwarmingsfunctie: wasmachine/droger, waterbed, elektrische deken, elektrische vloerverwarming, kookplaat, stofzuiger, magnetron
Hoogfrequent signaal op het laagfrequente lichtnet Veel componenten geven hoogfrequente signalen op het lichtnet die zich in het hele huis verspreiden via de elektrische bekabeling. Dit noemen we ‘vuile stroom’. De hoogfrequente signalen worden via het lichtnet weer de ruimte ingezonden. Vuile stroom wordt veroorzaakt door: voedingen en opladers, dimmers van de verlichting, omvormers van zonnepanelen, spaarlampen en ledlampen, TL verlichting, televisies en monitoren

Stralingsbronnen buitenshuis/in werksituaties*

Hoogfrequente velden Zenders van GSM/Digitenne/C2000/UMTS/G5, Wifi, Bluetooth, radar, artikel- en persoonsdetectieapparatuur (RFID), MRI-scan
Laagfrequente velden Trein/tram/metro, hoogspanningslijnen, auto met elektrische aandrijving, lasapparatuur, inductieverwarming
Hoogfrequent signaal op het laagfrequente lichtnet Vuile stroom kan ook buitenshuis geproduceerd worden en via de nutsaansluiting het huis/gebouw in komen

*)Zie ook: risicoapparatuur in RIVM rapport “Elektromagnetische velden in arbeidssituaties”, 2006

Normen en richtlijnen

Voor de toetsing van een meetwaarde op een bepaalde plek bestaan verschillende richtlijnen of normen. De gemeten EMV wordt vergeleken met een richtwaarde om te weten of je aan de veilige kant zit.

De SBM-2015 staat voor de Duitse bouwbiologische richtlijnen, laatst bijgewerkt in 2015. Deze richtlijnen zijn aan de hand van meer dan tienduizend metingen in woon- en werkomgeving door Duitse bouwbiologen opgesteld in samenwerking met artsen en wetenschappers. De grenswaarden zijn bepaald op basis van waarden waarbij mensen zich nog goed voelen en geen klachten ontwikkelen. De stichting EHS hanteert deze SBM2015 richtlijnen, die zijn gebaseerd op natuurfysisch meetbare grootheden en gelden voor langdurige blootstelling.

Voor mensen die ernstige gezondheidsklachten hebben ontwikkeld, zijn soms zelfs de SBM normen niet laag genoeg om te herstellen. Dan is het nodig om een nog lagere blootstelling te realiseren om de weg naar een gezonder bestaan in te kunnen slaan. Daarbij speelt niet alleen de sterkte van het veld een rol maar ook de karakteristiek van het veld.

De SBM richtlijnen liggen ver onder de maximale EMV waarden van ICNIRP (International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection) die  door de Nederlandse overheid en de Wereld Gezondheid Organisatie (WHO) worden gehanteerd. De ICNIRP grenswaarden zijn gebaseerd op kortdurende blootstelling en hebben alleen de opwarming van het lichaam als maatstaf. Deze grenswaarden hebben geen nut voor mensen met elektrogevoeligheid. Elektrogevoelige mensen reageren bij veel lagere meetwaarden dan de ICNIRP-grenswaarden. De reactie die in het lichaam optreedt is dan ook niet het gevolg van opwarming van het weefsel, de signalen grijpen op een andere manier in op het lichaam. Hoe dat precies plaatsvindt is nog onvoldoende helder, mogelijk vindt interactie plaats met verschillende elektrische systemen in het lichaam.

In veel westerse landen worden de ICNIRP grenswaarden (landelijk of lokaal) al niet meer toegepast en wordt er bewust gekozen voor lagere grenswaarden zoals die van SBM.

Normen en richtlijnen: SBM2015

slaapplaats

SBM2015

Werkplek

TCO WHO

(ICNIRP)

Voorbeeld
LF elektrisch wisselveld
In Volt per meter (V/m)
 1 5 10 5.000  Laptop
2.000
LF magnetisch wisselveld *)
in nanoTesla (nT)
 20  100  200  100.000  Haarfohn
3.0000
HF elektromagnetisch wisselveld In (µW/m²)  0,1  10  –  10.000.000  GSM
4.500.000

 *) Deze waarden moeten voor sommige veldtypen naar beneden worden bijgesteld