Typisch

‘Goedemorgen, neemt u plaats!’
Een uitnodigend handgebaar naar de stoel.
Als ik zit, werpt hij een steelse blik op zijn polshorloge.
De kamer is klein, de stoel hard.

Achter de dichtgeschoven melkglazen wand klinkt het gekwetter van assistentes.
‘Waar kan ik je mee helpen?’
Mijn doel vandaag. Zijn diagnose. Dus ik moet het vragen.

‘Wat denkt u er nu van, dokter. Dat verlies van cognitieve functies. Hoe kijkt u daar tegenaan?’
Hij heeft een overhemd met korte mouwen aan. Het is eind oktober. 
Misschien heb ik hem de vraag niet moeten voorleggen.
Ooit adviseerde hij me ontbijtkoek, omdat mijn stoelgang nagenoeg was stil gevallen. 
Ik bleek lactose intolerant. Atypisch reactie, verstopping. 
Recenter leurde ik met de rode plek op mijn onderbeen. 
Ik wist zeker. Dit is niet goed.
Maar de dokter talmde.

Eerst moest ik smeren, met vettige zalven, en dan eens terug komen. 
Vervolgens moest zijn vrouw tevens assistente foto’s nemen, voor de dermatoloog. 
Van haar moest ik verplicht een college aanhoren terwijl ze de plek van alle kanten probeerde vast te leggen. Het college ging over de teek en hoe die zich volzoog, 24 uur lang, voor er sprake kon zijn van lyme. En dat je zo’n teek echt niet over het hoofd kon zien. 
Ik was natuurlijk niet verplicht te luisteren, maar ik was beleefd. 
Na de foto volgde de bloedtest. 
Op het laboratoriumformulier schreef de dokter: In verband met atypische erythema migrans. 
Zelf vond ik de plek helemaal niet zo atypisch. Op basis van de foto’s op internet, kon ik tot geen andere conclusie komen dan lyme.
Na anderhalve week en de uitslag van de bloedtest gaf de dokter me gelijk en antibiotica. 
Verder is de dokter een brave en welwillende man. Dus ligt mijn vraag uitgepakt op zijn bureau.
‘Wat denkt u er nu van dokter?’

Hij kijkt peinzend voor zich uit. De computer staat naast hem te spinnen, wachtend op invoer. 
‘Sinds ik je ken, heb je al een vitaliteitprobleem’, steekt hij van wal. 
Vervolgens laveert hij wat rond in bijzinnen en toevoegingen. 
Als ik hem in de rede val zegt hij: ‘je vroeg wat mijn diagnose was.’ 
‘Ja dokter, u heeft gelijk.’ 
Hij buigt zich nu naar voren alsof hij me iets heel belangrijks gaat toevertrouwen. 
‘Mijn diagnose is’ hij pauzeert even. ‘dat je minder ausdauer hebt dan de gemiddelde Nederlander.’
Met zijn vingers maakt hij denkbeeldige haakjes in de lucht om de gemiddelde Nederlander. 
‘Ik denk wel eens’ gaat hij verder ‘dat er mensen zijn, die niet passen in ons kapitalistische model. Met de toenemende werkdruk en zo.’
‘Een winkeltje in Thailand, bijvoorbeeld. Misschien zou je daar helemaal op je plek zijn.’
Ik kan het niet helpen, maar ik schater.

Toevallig, dacht ik er van de week zelf over om mijn leven een heeeeeeel andere wending te geven. Dat kwam omdat mijn oog bij mijn dagelijkse speurtocht op Funda, viel op een schattig kerkje in Friesland, met een alleraardigst prijskaartje. 
Mijn fantasie ging meteen met me op de loop, in dikke schaapswollen truien en in een bestelbusje, waarin ik mijn kunstenaarsspullen vervoerde, de oprit op. Ook leefde naast me een norse buurman, die me foeterend in het Fries voor de rijdende rechter sleepte. Iets dat te maken had met mijn stadse manieren en gebrek aan kennis van het Fries, maar dat gespeeld werd via een boom of een te hard staande radio op zondag.
Maar ook kon het zijn dat ik hem voor de rechter sleepte, want ik zag nu al dat hij zijn auto deels op mijn terrein parkeert. 

Een dwingend rinkelen haalt me terug uit Friesland. Dokters telefoon trilt haast van zijn bureau. 
Hij werpt een blik op zijn horloge, staat op en steekt zijn hand uit. 
‘We moeten het hierbij laten.’ Zegt hij. Niet eens alsof het hem spijt. 
Ik schud hem gedwee de hand.
Via het halletje van de assistentes en twee glazen deuren door, sta ik buiten en snuif de min of meer frisse lucht van de Oudedijk op.
Over het trottoir koers ik naar huis. Dokters diagnose en oplossing voor mijn cognitieve problemen rolt door mijn hoofd.
Een winkeltje in Thailand…..Wie reageert er hier nu atypisch?

Janneke Cromjongh
Geschreven 25-10-2018