Hoeveel mensen in Nederland ervaren nu eigenlijk gezondheidsklachten door elektromagnetische velden (EMV)? Dat is helaas onduidelijk, maar niet onbelangrijk, want de grootte van een probleem bepaalt mede hoeveel aandacht het krijgt.
Geschreven door: Marc Jünemann mmv Suzanne Kézér
Maatschappelijke organisaties en lotgenotengroeperingen verwijzen graag naar nationale en internationale onderzoeksresultaten waarin tussen de 1,5 en de 13 procent van de bevolking als elektrogevoelig worden beschouwd. Overheidsinstanties zoals de GGD-en en het Kennisplatform EMV gaan daarentegen voornamelijk uit van het aantal ontvangen meldingen. Zo komen zij op een beduidend kleiner aantal uit.
Om een beter beeld te kunnen schetsen van hoeveel mensen daadwerkelijk hinder ervaren door EMV in dit land is het daarom in eerste instantie belangrijk dat deze mensen hun gezondheidsklachten kenbaar maken. Dit kunnen zij doen bij de regionale GGD, bij leden van de Tweede Kamer en zeker ook bij het Landelijke Meldpunt EHS van Stichting EHS. Deze meldingen kunnen er op den duur toe bijdragen een groter probleembewustzijn voor de aandoening te creëren en de vraag om meer en beter onderzoek naar elektrogevoeligheid te onderbouwen.
Op bezoek bij familie in Den Bosch werd ik deze zomer door een buurman – een oudere, gepensioneerde man – gevraagd, waarom ik altijd en zelfs bij lekker warm weer met een muts op mijn hoofd rondloop. Ik legde uit dat ik elektrogevoelig1 ben en gezondheidsklachten krijg van de elektromagnetische straling die o.a. afkomstig is van Wifi, mobiele telefoons en zendmasten. Door de muts heb ik minder klachten, omdat de stof met daarin verwerkte zilverdraden dit soort EMV tegenhoudt. Tot mijn grote verrassing reageerde hij niet ongelovig en met rollende ogen zoals ik dat al vaker had meegemaakt. In plaats daarvan zei hij: “Ooh, dat ken ik. Daar heb ik ook last van. Ik blijf daarom al jaren uit de buurt van hoogspanningslijnen en zendmasten.” In het verdere gesprek werd duidelijk dat hij en zijn vrouw daarom ook geen Wi-Fi en DECT-telefoon in huis hebben. Desondanks had hij nog nooit van de term elektrogevoeligheid gehoord en van maatschappelijke organisaties zoals Stichting EHS of StopUMTS. Ook sprak hij er met bijna niemand over. Alleen bij de huisarts had hij dat ooit jaren geleden een keer gedaan, maar vanwege diens ongelovige reactie had hij dit onderwerp sindsdien zo veel mogelijk gemeden.
Aantallen mensen met gezondheidsklachten door EMV in Nederland onbekend
Dit korte, uiteraard anekdotische verhaal werpt de vraag op: Hoeveel mensen in Nederland zijn nu eigenlijk elektrogevoelig? Volgens het Kennisbericht Elektrogevoeligheid van het Kennisplatform Elektromagnetische Velden (EMV) is het tot nu toe onbekend om hoeveel mensen het gaat. Op zich is dat niet verrassend. Elektrogevoeligheid is geen erkende aandoening en er bestaat geen consensus over de oorzaak ervan. Daarom zijn er ook geen algemeen geaccepteerde criteria die artsen voor een diagnose kunnen gebruiken. Eenduidige cijfers van het aantal mensen met deze aandoening ontbreken dan ook en de beschikbare gegevens zijn verzameld op basis van zelf-diagnose en zelf-rapportage door de getroffenen.
Daarnaast zijn er ook verschillende waarnemingen en interpretaties van wat het betekent om elektrogevoelig te zijn. Voor de getroffenen en hun naasten kan elektrogevoeligheid een levensbepalende factor zijn met consequenties op ver uiteenlopende gebieden van gezin, familie en wonen, tot sociale contacten, vrijetijdsbesteding, werk en inkomen.
Overheidsinstanties zoals de GGD-en en het Kennisplatform erkennen wel in het reeds genoemde kennisbericht dat elektrogevoeligheid voor sommige getroffenen ernstige gevolgen kan hebben, maar verder lijken ze van een klein probleem uit te gaan, en dat ondanks het feit dat ze moeten toegeven niet te weten om hoeveel mensen het eigenlijk gaat. Ontbrekende kennis over een dergelijke basale factor als de grootte van een groep lijkt ook een teken te zijn van hoe weinig er eigenlijk bekend is over deze aandoening en een reden waarom dit onderwerp in het politieke landschap nog steeds aan de zijlijn staat. Maar is deze groep daadwerkelijk zo klein? Is ze mogelijk niet veel groter, maar alleen vergaand onzichtbaar? En welke mogelijkheden hebben mensen die gezondheidsklachten ervaren door EMV, om dit te veranderen?
Resultaten uit wetenschappelijk onderzoek lopen ver uit elkaar
Maatschappelijke organisaties en lotgenotengroeperingen die zich voor elektrogevoelige mensen inzetten, verwijzen graag naar wetenschappelijk enquête-onderzoek, waarin een bepaald percentage van de bevolking van Nederland als elektrogevoelig geïdentificeerd wordt. Volgens sommigen gaat het hier om 3,5 procent van de bevolking.2 Andere spreken zelfs van 7 procent3 en onderzoeksbureau Kantar Public, in opdracht van het Kennisplatform EMV, komt uit op 3 procent. Dat zou betekenen dat er in Nederland tussen een half miljoen en 1,2 miljoen mensen elektrogevoelig zijn. Deze getallen komen dan wel overeen met buitenlands onderzoek, maar ook hier zijn er grote verschillen te bekennen in zelfs nog verder uiteenlopende resultaten tussen de 1,5 en 13 procent van de bevolking.4
Hoe laten deze verschillen zich verklaren?
Deels hebben deze van elkaar afwijkende resultaten te maken met verschillen in de gebruikte vraagstelling waarmee in deze onderzoeken elektrogevoeligheid in kaart wordt gebracht. Een andere belangrijke factor is dat het bij deze cijfers om schattingen gaat die zich baseren op een redelijk kleine groep ondervraagde mensen. Laten we hierop verder inzoomen. In enquête-onderzoek wordt uit praktische overwegingen niet de hele groep ondervraagd, maar alleen een klein deel daarvan, een zorgvuldig gekozen steekproef. Op basis daarvan wordt ervan uitgegaan dat de gegeven antwoorden representatief zijn voor de hele groep, in dit geval dus de gehele Nederlandse bevolking. Daarbij geldt dat hoe minder mensen er ondervraagd worden, hoe groter de foutmarge is. Dat wederom heeft invloed op de nauwkeurigheid van de geschatte resultaten.
Onderzoek Kantar Public nader bekeken
Nemen we het onderzoek van Kantar Public als een voorbeeld. 628 Nederlanders van 18 jaar en ouder vulden de vragenlijst in. Dit aantal is dermate klein dat de foutmarge bijna 4 procent groot is (bij een in wetenschappelijk onderzoek gewoonlijk gebruikt betrouwbaarheidsniveau van 95%). Omdat drie procent van de respondenten, of wel 19 mensen, aangaf elektrogevoelig te zijn, betekent dit dat tussen de 0 en de 7 procent van de bevolking in Nederland gezondheidsklachten door EMV ervaren. In dit resultaat zit dus behoorlijk wat speling en het mogelijke aantal elektrogevoeligen loopt daarmee ver uit elkaar. Concreet, het zit tussen de 19 mensen en rond de 1 miljoen mensen. Dit is ook de reden waarom dit onderzoek uit 2016, dat het Kennisplatform zelf in opdracht had gegeven, niet voor publicatie op de eigen website bedoeld was.5 Met het oog op de volksgezondheid werpt het wel de vraag op hoe groot dit probleem nu eigenlijk is: heel erg klein of juist groter dan gedacht?
GGD-en en Kennisplatform hebben een andere kijk
Toch is er nog een andere manier om deze enquête-gegevens te interpreteren en die lijkt door overheidsinstanties zoals de GGD-en of het Kennisplatform EMV gebruikt te worden. Daarbij wordt gekeken in hoeverre deze cijfers in verhouding staan tot andere bekende gegevens die een indicatie kunnen geven hoe groot een bepaalde groep mensen daadwerkelijk zou kunnen zijn.
Als het om elektrogevoeligheid gaat, dan verwijzen GGD-medewerkers in gesprekken o. a. naar de paar honderd mensen die aangesloten zijn bij lotgenotenorganisaties zoals Stichting EHS of de CPLD-vereniging.6 Ook worden de demonstraties tegen 5G in Amsterdam en Den Haag in september 2019 en in januari 2020 aangehaald, waar amper meer dan 1000 mensen aanwezig waren.7 Dat niet alle mensen die gezondheidsklachten door EMV ervaren, donateurs van Stichting EHS of leden van de CPLD-vereniging zijn, wordt daarbij graag over het hoofd gezien. Voor de demonstraties geldt zeker ook dat er veel elektrogevoeligen juist vanwege hun aandoening niet naar Amsterdam en Den Haag, steden met veel elektromagnetische straling, willen of kunnen reizen.
Amper meldingen bij de GGD-en over gezondheidsklachten door elektromagnetische straling
Toch dit zijn niet de enige cijfers die op een klein probleem duiden. Het RIVM rapporteert elke twee jaar de meldingen uit de bevolking van milieu-gerelateerde gezondheidsklachten, die bij de GGD-en zijn gedaan. Daaronder vallen alle klachten over zendmasten, mobiele telefoons, Wifi en andere draadloze toepassingen die onder de noemer ‘niet-ioniserende straling’ worden samengevat. In de periode van 2017 tot 2018 waren dat minder dan 200 meldingen. Ook in de twee voorafgaande rapportageperioden werden er eveneens net zo weinig meldingen gedaan. Alles bij elkaar genomen verrast het daarom niet, dat elektrogevoeligheid binnen de overheid als een klein probleem wordt beschouwd.
Hoe nu verder?
Wanneer we ervan uitgaan dat gezondheidsklachten door EMV een veel groter probleem is dan overheidsinstanties aannemen, dan hebben elektrogevoeligen tegen deze achtergrond alleen één mogelijkheid: hun gezondheidsklachten kenbaar maken! Dat is absoluut noodzakelijk, want als gezondheidsklachten niet worden gemeld, dan is het alsof het probleem niet bestaat!
Ten eerste kan dat gebeuren door een telefoontje naar de regionale GGD, ook al blijft vooralsnog onduidelijk hoe bezwaren over EMV daar worden geregistreerd en of de verhalen van mensen en hun gezondheidsklachten serieus worden genomen. De GGD-en gaan er immers vanuit dat onder de bestaande blootstellingslimieten geen gezondheidsschade kan optreden,8 terwijl elektrogevoeligen juist van het tegendeel overtuigd zijn. Daarom is er ook geen garantie dat een telefoontje naar een regionale GGD een aangename ervaring wordt.9
Ten tweede is het een mogelijkheid om een of meerdere leden van de Tweede Kamer aan te schrijven en te berichten over de zelf ervaren gezondheidsklachten en zorgen over gezondheidsrisico’s door EMV. Hoe vaker politici hiervan horen, hoe groter de kans, dat doordringt dat dit een onderwerp is dat in (een deel van) de bevolking speelt.
Ten derde kunnen elektrogevoeligen hun gezondheidsklachten en ervaringen melden bij het Landelijke Meldpunt EHS op de website van Stichting EHS https://stichtingehs.nl/meldpunt-ehs. Dit meldpunt is sinds kort vernieuwd om de grootte en de impact van het probleem elektrogevoeligheid beter zichtbaar te kunnen maken. Ook dient het meldpunt het doel, meldingen over gezondheidsklachten te verzamelen, die mensen met de uitrol en activatie van het 5G netwerk in verband brengen.
De toegevoegde waarde van het Landelijke Meldpunt EHS
Uiteraard, met het verzamelen van meldingen via het meldpunt EHS gaan we nog geen antwoord krijgen op de vraag hoeveel mensen in Nederland elektrogevoelig zijn. Meldingen aan de GGD-en en bij het Landelijke Meldpunt EHS geven hooguit een indicatie van de grootte van de groep. De toegevoegde waarde van het Meldpunt EHS is dat mensen zelf aan het woord komen en door hun verhalen een weinig begrepen en soms ook verborgen gehouden kwaal, zoals bij de boven genoemde buurman, concreet en zichtbaar maken. Deze informatie kan ertoe bijdragen om ook bij overheidsinstanties een probleembewustzijn voor elektrogevoeligheid te creëren.
Meer onbeantwoorde vragen
Naast de vraag hoeveel mensen in Nederland nu eigenlijk elektrogevoelig zijn, zijn er uiteraard meer onbeantwoorde vragen. Aan de ene kant gaat het om de vraag wat elektrogevoeligheid precies inhoudt. Zoals boven al vermeld bestaat er geen wetenschappelijke consensus over de oorzaak van deze aandoening. Zelfs als wij gemakshalve stellen dat EMV de trigger van de gezondheidsklachten zijn – en ik heb nog geen elektrogevoelige ontmoet die dat niet doet, mij inbegrepen -, blijft de vraag, waarom elektrogevoeligen op EMV ver onder de blootstellingslimieten reageren terwijl anderen daar (blijkbaar) geen directe klachten van ondervinden. Zijn er onderliggende factoren die het lichaam van de getroffenen dermate verzwakken dat het vatbaar wordt voor zelfs kleinste hoeveelheden EMV? Kandidaten zijn er veel: de ziekte van Lyme, belastingen door zware metalen zoals kwik en aluminium of door pesticiden zoals glyfosaat, stofwisselingsstoornissen, genetische afwijkingen en trauma’s, om alleen enkele te noemen.
Aan de andere kant gaat het om de gevolgen van elektrogevoeligheid. Wat is de impact hiervan op de algehele gezondheid van de getroffenen, hun sociale situatie, en hun mogelijkheden om gepaste woonruimte te vinden? Wat zijn de economische gevolgen voor de getroffenen, voor hun kansen op de arbeidsmarkt en hun inkomen? Zijn er mogelijk ook gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven en de economie als geheel? En hoe groot zijn deze gevolgen? Denk hierbij bijvoorbeeld aan ziekteverzuim als gevolg van onverklaarde lichamelijke klachten. Zouden EMV als stressoren hierbij een rol kunnen spelen? Bovendien liggen mogelijk op dit gebied ook economische kansen. Een voorbeeld hiervan zijn de al bestaande eco-wifi en eco-DECT. Misschien is het in de toekomst ook mogelijk om energiezuinige apparaten te bouwen die tegelijkertijd ook schoon – d.w.z. arm aan EMV – zijn.
Meer onderzoek is nodig
Zo ver zijn we uiteraard nog niet. Een eerste stap zou kunnen zijn om serieus onderzoek naar elektrogevoeligheid te doen. Onderzoek naar de oorzaken heeft tot nu toe nog niet veel bereikt en staat eigenlijk nog in de kinderschoenen. De hoeveelheid van de mogelijke co-factoren maakt dit niet eenvoudiger. Ook al zijn er onderzoeksgroepen zoals die van Belpomme10 en die van Heuser11 hiermee bezig, zij hebben waarschijnlijk nog een lange weg te bewandelen.
Onderzoek naar de gevolgen van elektrogevoeligheid lijkt daarentegen makkelijker uit te voeren, tenminste als er de politieke wil voor is, bijvoorbeeld door het in te bedden in al bestaand grootschalig onderzoek. De Gezondheidsmonitor en de Gezondheidsenquête zouden hiervoor een beginpunt kunnen zijn. Deze onderzoeken worden regelmatig door GGD-en, RIVM en het CBS uitgevoerd. Ze zijn gericht op leefstijl, sociale situatie en gezondheid van de Nederlandse bevolking en maken gebruik van een duidelijk grotere groep respondenten. Daarom kunnen ze niet alleen een betere inschatting maken om een antwoord te geven op de boven gestelde vraag naar het aantal mensen in Nederland dat gezondheidsklachten door EMV ervaart, ze kunnen ook geschikt zijn om de ernst en impact van elektrogevoeligheid voor de getroffenen beter in kaart te brengen.
- We gebruiken in deze tekst een ruime definitie van het begrip elektrogevoeligheid en vatten daaronder alle mensen samen die aangeven gezondheidsklachten te ervaren door elektromagnetische velden (EMV).
- Baliatsas, C.; van Kamp, I.; Hooiveld, M.; Yzermans, J.; Lebret, E. Comparing non-specific physical symptoms in environmentally sensitive patients: Prevalence, duration, functional status and illness behavior. J. Psychosom Res. 2014, 76, 405–413.
- Van Dongen, D.; Smid, T.; Timmermans, D.R.M. Symptom attribution and risk perception in individuals with idiopathic environmental intolerance to electromagnetic fields and in the general population. Perspect. Public Health 2014, 134, 160–168.
- Voor een recente overzicht zie Belpomme, D.; Irigaray, P. Electrohypersensitivity as a Newly Identified and Characterized Neurologic Pathological Disorder: How to Diagnose, Treat, and Prevent It. Int. J. Mol. Sci. 2020, 21.
- Zie ook Timmer, J. Onderzoek van Kennisplatform EMV anders bekeken, 2019, https://stichtingehs.nl/blog/een-onderzoek-is-opgedoken.
- De CPLD Vereniging is een patiëntenvereniging voor mensen die CPLD (Chronische Polymorfe Licht Dermatose) oftewel zonneallergie of last van straling (bijv. van mobieltjes, zendmasten of Wifi) hebben.
- Zie o.a. NOS: https://nos.nl/artikel/2300973-honderden-betogers-bij-demonstratie-tegen-5g.html, Het Parool: https://www.parool.nl/nieuws/honderden-demonstranten-op-de-dam-5g-maakt-alle-leven-kapot~bdda364a/ en Stralingsbewust.info: https://stralingsbewust.info/2019/09/16/9-september-2019-massaal-protest-tegen-5g-in-den-haag/ en https://stralingsbewust.info/2020/01/25/wereldwijde-protestdag-tegen-5g-ook-in-amsterdam-protesteerden-honderden-mensen/
- Zie bijvoorbeeld de presentatie van Giovanna van Ijzendoorn, Teammanager Milieu en Gezondheid, GGD Gelderland-Zuid, https://www.culemborgs5gcollectief.nl/documenten/presentaties1102/Giovanne%20van%20ijzendoorn.pdf. Zie ook GGD Leefomgeving, Telefoons en zendmasten en gezondheid, https://ggdleefomgeving.nl/straling/telefoons-en-zendmasten/telefoons-en-zendmasten-en-gezondheid/.
- Omdat deze gesprekken in het verleden een groot conflictpotentiaal hadden met eindeloze discussies tot gevolg, werd door de GGD de Handreiking Elektrogevoeligheid in overleg met de Stichting EHS opgesteld, die bedoeld is, dit probleem te verhelpen. Helaas is dat nog steeds niet altijd het geval, zoals sommige elektrogevoeligen berichten. GGD Handreiking Elektrogevoeligheid, 2016. https://stichtingehs.nl/component/dms/ggd-handreiking-elektrogevoeligheid/.
- Zie voetnoot 4.
- Heuser, G.; Heuser, S.A. Functional brain MRI in patients complaining of electrohypersensitivity after longterm exposure to electromagnetic fields.Rev. Environ. Health2017,32, 291–299.